donderdag 23 augustus 2007

Voorhoeve ziet NATO-ISAF missie in Afghanistan graag VN-missie worden

Oud-minister van Defensie Joris Voorhoeve heeft donderdag in een interview met de NRC Handelsblad gezegd dat hij vindt dat de ISAF-missie van de NATO omgevormd moet worden tot een missie onder de vlag van de Verenigde Naties. Daarnaast is hij voor onderhandelingen met de Taliban.

Aan zo’n missie kunnen ook islamitische landen als Pakistan meedoen. Hiermee zou voorkomen worden dat de missie in Afghanistan leidt tot een confrontatie tussen westerse troepen en islamitische strijders die nooit meer ophoudt.

Voorhoeve was in de jaren tachtig tijdens de val van de enclave Srebrenica minister van Defensie van Nederland. Nadat de Nederlandse militairen die de enclave moesten beschermen zich hadden teruggetrokken bij een aanval van de Serviërs, werden duizenden Bosnische mannen vermoord.

Hieruit heeft Voorhoeve de conclusie getrokken dat Nederland aan deelname aan internationale missies harde voorwaarden moet stellen, om invloed te houden op het eindresultaat.

Volgens Voorhoeve “moet de NAVO-missie in Afghanistan zo snel mogelijk worden omgebouwd tot een breed gedragen VN-missie, waaraan nadrukkelijk ook islamitische landen meedoen zoals Pakistan en Turkije.” Dit benadrukt hij meermaals in het interview.

Maar Turkije doet al mee aan de missie en leidt het Provinciaal Reconstructie Team in Wardak. En in die provincie werden juist twee Duitsers in juli ontvoerd.

Voorhoeven betitelt zichzelf nu als analyticus, en niet als politicus. Momenteel is hij parttime hoogleraar internationale betrekkingen aan de Nederlandse Defensie Academie. Voor de andere helft is hij lid van de Raad van State.

Hij bepleit dat Nederland bij de vraag om mee te doen aan een vredesmissie moet zeggen, “misschien, indien…”, in plaats van “ja, en dan punt”. Wanneer je dat zegt heb je invloed, anders wordt je “aanhangwagen” van grotere landen die ergens toe besloten hebben.

Onderhandelingen met Taliban
Bovendien moet volgens Voorhoeve de internationale gemeenschap rechtstreeks gaan onderhandelen met de Taliban, en moet er een grondige politiek-antropologische analyse van de situatie worden gemaakt.

Voorhoeve zegt verder dat de gedachte dat het alleen een confrontatie met de Taliban is “veel te eenvoudig is. Er zijn ook Tsjetsjeense strijders, drug lords, plaatselijke machthebbers, en er moet rekening worden gehouden met een scenario als in Irak.”

Hij vindt verder dat als er voorop wordt gesteld om de Afghaanse bevolking te helpen, men moet nagaan of ISAF/OEF om valt te bouwen naar een bredere, door de VN geleide “peace building operation”.

Andere bronnen maken daarbij ook melding van strijders uit bijvoorbeeld Uzbekistan en Arabische landen.

Vechten
Volgens de interviewers zijn er in Afghanistan dankzij de NATO juist wel mensen die willen en kunnen vechten. Voorhoeve antwoordt: “Je hebt de NAVO nodig voor vredesoperaties waar vooral militaire slagkracht gewenst is.”

Maar de slagkracht wordt geleverd door een beperkt aantal landen. En bij het gebruik van die “slagkracht” vallen veel burgerdoden.

Buffergebied
Voorhoeve zegt dat Afghanistan een buffergebied is tussen het oude Brits-Indië en tsaristisch Rusland met ontzettend veel verschillende stammen, een heel zwakke economische basis, en de meeste opgeleide Afghanen zijn de laatste dertig jaar uit het land vertrokken.

Het land moet volgens Voorhoeve zijn toekomst vinden tussen de staten waar het tussen ligt. Het is een islamitisch land. Daarom ziet hij graag dat de NAVO-operatie om wordt gebouwd naar een VN-operatie. Dan is het veel makkelijker om grote strijdkrachten van grote gematigde islamitische en niet-islamitische landen, zijn voorkeur zou zijn islamitische landen, te betrekken bij de handhaving van “law and order” op de grond.

Dat kan niet met F-16’s, daar zijn grote hoeveelheden manschappen voor nodig. Daarom moet het voor grote islamitische landen aantrekkelijk worden om mee te doen. En daarmee bedoelt hij Egypte, Bangladesh, Indonesië en Turkije.

Betrokkenheid
Voorhoeve vraagt zich hardop af, waarom er zoveel Turkse militairen thuis blijven, aangezien Turkije een strijdmacht heeft van 577.000 militairen. Ook andere gigantische islamitische strijdkrachten blijven thuis, omdat ze het als een probleem zien van de NAVO.

Het moet volgens Voorhoeve een probleem worden van de hele wereldgemeenschap. Daarom moet er getracht worden om ook rechters, onderwijzers, politieofficieren uit islamitische landen ernaartoe te krijgen.

Streven naar balans
“De operatie is bedoeld om het Afghaanse volk te helpen en iets van Afghanistan te maken. Daar heb je twintig jaar voor nodig. En dan nog moet men de doelstellingen niet al te hoog stellen.

Men moet een beetje denken aan het Britse beleid gedurende de koloniale periode. De Britten hadden een beperkte doelstelling: evenwicht zien te bewerkstelligen tussen plaatselijke politieke structuren. Als dat je strategie is, en dus niet het ombouwen van Afghanistan naar een westerse democratie, maar het stabiliseren van Afghanistan in zijn regio, heb je veel beperktere doelstellingen maar sluit je wel beter aan op de antropologische situatie zoals die is. Dan heb je een grotere kans van slagen.”

Nederlandse bijdrage
Uit de tragedie van Srebrenica heeft Voorhoeve de les getrokken dat Nederland nooit meer zonder meer “ja” moet zeggen tegen internationale vredesmissies, maar aan deelname harde voorwaarden moet verbinden om invloed te houden op het eindresultaat.

“Nederlands beleid is “bijdrage-beleid” stelt Voorhoeve. Andere landen willen graag dat Nederland meedoet en die positie moet de Nederlandse regering gebruiken om politiek te bedrijven,” zo besluit hij het interview.

Openstaande vragen
Een belangrijke vraag is, willen landen als de Verenigde Staten de missie wel doorgeven aan de VN, en aan islamitische landen? Zullen die zoals de VS ook jacht gaan maken op leiders van de Taliban, en Al-Qaida?

En hoe zullen de bewoners van de islamitische landen reageren, als hun land opeens zij aan zij met de VS en de Britten in Afghanistan is? Trammelant? Nog meer trammelant in Pakistan? Een nog verdere escalatie van de oorlog?

Zijn islamitische landen bereid om mee te doen, wanneer er zware gevechten worden geleverd met opstandelingen, waarbij er door de internationale troepen veel slagkracht wordt gebruikt?

En bovendien is de slagkracht van de ISAF-missie niet zo groot, als wordt verondersteld. Het zijn voornamelijk de Britten en de Amerikanen, die veel troepen leveren, en Nederland en Canada die hun troepen willen stationeren in het zuiden waar de strijd heftig is.

Verder leveren Denemarken, Polen, Estland, Roemenië, Bulgarije militairen voor het zuiden, maar dit zijn er bij elkaar ongeveer 2.500 tot 3.000. Maar grote NATO-partners, zoals Duitsland, Italië, Spanje en Frankrijk zijn niet bereid om naar het zuiden te gaan.

Steeds meer Canadezen willen dat hun troepen terugkeren naar huis. En wat Pakistan betreft; het is een buurland van Afghanistan, en het motto van de VN is om buurlanden en voormalige koloniale machten niet te betrekken bij missies in oorlogsgebieden.

Tijdens de ontmoeting van Bush en Karzai eerder deze maand, zei Karzai dat Iran goed werk verricht in Afghanistan, een uitlating die hem erg kwalijk werd genomen door Bush, omdat het Amerikaanse beleid is om Iran verder te isoleren.

Een andere ontzettend belangrijke vraag: waarom is die grondige politiek-antropologische analyse van de situatie niet eerder gemaakt, als die volgens Voorhoeve gemaakt dient te worden, want het gaat in Afghanistan om de levens van mensen.